Bomen bij de kapper

‘Doe maar weer aan de korte kant’, antwoordde ik op de vraag van Jules de kapper hoe ik mijn haar het liefst wilde dragen. Dat liet hij zich geen twee keer vertellen. Hij had duidelijk zin in mijn haar en was opgetogen aan de slag gegaan.

‘Er zit je duidelijk iets niet op je plaats, Tobe’, zei Jules, die mij langer kent dan vandaag. ‘En dat is niet je haar’. Hij lachte breed, deed een stap naar achteren en bekeek ons allebei in de spiegel.

‘Zeg maar rustig iets dwars, want dat zit het’, zei ik en zag in de spiegel dat Jules verbaasd keek. Of was het verwonderd? Hij hield zijn hoofd wat scheef en ging verder: ‘Laat me drie keer raden. De sla was op bij de groenteboer?’
‘Nee.’ 

‘Of is het de fanfare Het Lopend Koper, die alsmaar langsloopt om te oefenen in de buurt?’.
‘Nee Jules, zei ik en ik zuchtte er eens diep bij.

‘Drie! Je haar wordt te kort?’, zei de kapper met een brede glimlach. Weer schudde ik mijn hoofd. ‘Nee ook dat niet. Nee, het zijn de bomen! Ze gaan ze kappen voor een fietspad aan De Rijken-Allee. Het staat in de krant. Wie er tegen is mag een petitie tekenen. En dat bèn ik!’. 

Jules knipte nu even heel snel met zijn schaar, alsof hij knipte. Want hij knipte in de lucht. Hij werd een soort van driftig en dacht er even heel hard bij na, zo leek het.

Even later zat ik geknipt en wel bij Burgerzaken, met Jules de kapper. We gingen samen mooi de petitie tekenen. Mijn haar was los achtergebleven op de vloer in de kapperszaak. Ik dacht na hoeveel truien je zou kunnen breien van alle knipbeurten. Ik vergeleek ze met patronen van jaarringen in gekapte bomen.

.

Deze column verscheen in TREF Magazine #3 van maart 2012.

Dit bericht werd geplaatst in Tobe's Columns en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op Bomen bij de kapper

  1. Ina Hudt zegt:

    Ik zat laatst ook bij de kapper. Ik moest eraan denken toen ik las dat Jules zo snel knipte.
    Gil Beaubateau noemt hij zich, maar hij heet eigenlijk Gijs Boot. Het was dinsdag en dat is nooit een goede dag om naar de kapper te gaan, want dan hebben ze vaak zo weinig zin.
    En Gijs knipte me daar toch in een hoog tempo! Hij zweette er helemaal van.
    ‘Houd je wel rekening met mijn haar?’ riep ik. Hij lachte toen ineens en leek wel een geit.

    Gijs is een lieve man, maar meegaan naar Burgerzaken zou hij nooit doen! Denk ik.
    Dag Tobe!

  2. Rob du Rieu zegt:

    Ik zal laatst helemaal niet bij de kapper (die zit meestal bij mij, en soms speelt ze kapper) maar ik zit wel tussen de bomen, en die zou ook ik voor geen goud willen missen Tobe!

  3. Dank je wel Tobe!
    Fijne avond nog, Boudewijn

  4. botervliegje zegt:

    ik ga gelukkig nooit naar de kapper en die bomen zou ik ook niet kwijt willen.

Reacties zijn gesloten.